BEKINA INDURUB

 

OMVANG VAN DE BRAND

Ongeveer 250 miljoen BF schade:

85 arbeiders en bedienden voorlopig technisch werkloos en aanzienlijk winstverlies voor de onderneming.

VOORNAAMSTE OORZAKEN VAN DE OMVANG VAN DE BRAND

OORZAAK VAN DE BRAND: onbekend

De brand werd vastgesteld boven op een stapel kunststoffen zakken gevuld met fijngekorreld kurk. Het is dus mogelijk dat de verbranding veroorzaakt werd door een sigarettenpeukje, zonder nochtans brandstichting uit te sluiten.

PLAATSBESCHRIJVING

De firma BEKINA-INDURUB heeft zich, in 1962, ingeplant in de gebouwen van een voormalige gieterij. Reeds vanaf het begin specialiseert de onderneming zich in het vervaardigen van gummilaarzen. De waaier van de artikelen wordt uitgebreid en BEKINA verwerft een zekere faam in de fabricatie van veiligheids- en heuplaarzen. INDURUB van haar kant legt zich toe op de fabricatie van gummi wisselstukken voor de auto-industrie.

De productie ging van start in de oude gebouwen D - E - F - G - H - 1 - J, die weliswaar enigermate gerenoveerd werden. De muren van deze gebouwen zijn uit baksteen waarop of metalen, of strookhouten balken rusten. De daken bestaan uit houtvezelplatenbedekt met roofing. Op regelmatige afstanden zijn lichtkoepels, uit doorschijnende golfplaten, aangebracht: ze verzekeren een natuurlijke verlichting. De gebouwen L - M - N zijn recenter; hun muren zijn uit betonplaten vervat in balken uit gewapend beton. De daken bestaan uit asbestcementgolfplaten voorzien van lichtkoepels uit gegolfd PVC. Deze platen zijn bevestigd op een houten raamwerk dat op betonnen balken rust.

De gebouwen zijn toegankelijk langs grote metalen schuifdeuren R1, R2 en langs een deur R3 met normale breedte.

De scheiding tussen E en D is in feite slechts een doodgewone wand meteen dikte van een halve baksteen, hetzij 11 cm.De toegangen tot het magazijn N van de afwerkte producten worden afgesloten door aluminium rolluiken V en U. Het laden van de afgewerkte producten verloopt langs de poort V. De toegang tot de laadkaai geschiedt langs een baan die langsheen de spoorlijn loopt. In de doorgangen T en S van de gebouwen M en 1 steken geen deuren. De meeste doorgangen in de scheidingsmuren tussen de gebouwen zijn niet van deuren voorzien. Het gedeelte Ml van het gebouw M is in de hoogtegescheiden en vormt zo een verdiepingwaar goederen worden opgeslagen.

Het houtmagazijn Y van de firma Vandevoorde ligt tegen de buitenmuur van het gebouw D aan. Het dak ervan bestaat uit asbestcementgolfplaten die rusten op een houten gebinte.

De kelder onder het gebouw A ( de refter) bevat een waterreserve van 100.000 liter; in Z staan twee opslagtanks met eik 10 000 1 water, eveneens als reserve in geval van brand.

In de werkplaatsen wordt de verwarming verzekerd door een stookketel, opgesteld in 0, die eveneens de machines met damp voedt.

De stookketel en de autoclaaf H zijn niet beschadigd door de brand. Het magazijn van de afgewerkte producten N wordt verwarmd door een warmeluchtbatterij waarvan de branders, net zoals de stookketel, op stookoliewerken.

Het elektrisch onderstation staat opgesteld in het gebouw F ( HT); de toegang van het station gebeurt via het gebouw F.

De gebouwen 0 (conciërge woning), A ( refter) en B ( kantoren) zijn van de vernielde gebouwen gescheiden door muren die de brand weerstaan hebben.

DE BRAND

De brand, die in het gebouw D ontstaan is, wordt opgemerkt door een van de twee arbeiders die in het gebouw M aan het werk zijn (op de plaats aangeduid door X) en door een verbruiker die, bij het verlaten van een sportlokaal, vlammen uit het dak ziet slaan. Deze laatste roept de brandweer op om 01 h 38; ze is om 01 h43ter plaatse en bemerkt dat de vlammen over een nogal grote oppervlakte doorheen het dak slaan.

De eerste autopomp stelt zich op aan de ingang van de gebouwen in de Berchemstraat; de tweede autopomp wordt in stelling geplaatst langs achter, kant van de spoorlijn. De twee pompen worden gevoed door de ondergrondse hydranten gelegen op minder dan 100 m afstand. De brand breidt zich uit naar de kantoren B en alles wordt in het werk gesteld om ze te beveiligen.

Om reden van de uiterst snelle voortplanting van het vuur en van het gebrek aan het noodzakelijke en passende materiaal om water uit de Schelde( amper 350 m ver) te pompen, beslist de verantwoordelijke officier, langs de combi van de rijkswacht, onmiddellijk beroep te doen op het brandweerkorps van Oudenaarde. Het is nu02 h 00 in de morgen.

De tweede autopomp bestrijdt het vuur langs de achterkant, water puttend uit de twee opslagtanks die eik 10.000 l water bevatten. Teneinde de houtopslag gebouwen van de firma Vandevoorde te beschermen, wordt een supplementaire leiding van 70 mm ingezet.

Om 02:15 is de brandweer van Oudenaarde ter plaatse en schakelt een pomp in op de waterreserve van 100 000 liter, in de kelder van het gebouw A. Deze pomp voedt het waterkanon op de grote ladder; een andere autopomp stelt zich in versterking op langs de achterkant van het gebouw N. Inmiddels verzekeren tweeleidingen van 110 mm, gevoed dooreen zware motorpomp aan de Schelderoever, de watertoevoer overal waar het nuttig blijkt.

Omstreeks 05:00 is de brandweer het vuur meester.

Om reden van de gedurige heropflakkering van verscheidene kleine vuurhaarden, wordt een bewaking tot 's anderdaags 05:00 verzekerd.

LESSEN

BESLUIT

Foto's (1 2 3 4 5 6 7 8)